Pancho Villa sterft
Villa had de gewoonte om door de week naar Parral te gaan om zaken te regelen. Op 20 juli 1923 ging Pancho naar de stad om boodschappen te doen. Deze keer had hij slechts twee van zijn lijfwachten, een assistent en een paar medewerkers meegenomen. Hij regelde bankzaken en haalde een zending goud op om zijn personeel op de ranch te betalen.
Toen hij in zijn Dodge Roadster uit 1919 terugreed naar zijn haciënda, riep iemand op straat “Viva Villa.” Dit moet het sein zijn geweest voor zeven mannen in een bovenwoning om het vuur te openen.
De zeven schutters schoten ongeveer 40 kogels in de auto. Toen hij werd onderzocht, stelden artsen vast dat Villa negen keer was geraakt. Vier van de schoten waren in het hoofd, waardoor hij vrijwel onmiddellijk werd gedood. De andere kogels hadden de twee lijfwachten en zijn assistent gedood. Er wordt gezegd dat hij stierf met de woorden: “Laat het zo niet eindigen. Zeg hen dat ik iets heb gezegd.”
Tijdens Villa’s leven was hij een meedogenloze bandiet geweest die veel vijanden had gemaakt. Veel vaders en broers hadden graag de kans gehad wraak te nemen voor de ontvoering of verkrachting van hun vrouwen en dochters. Er waren een aantal mogelijke verdachten om te bepalen wie Pancho Villa had vermoord.