De ziekte van Graves is een auto-immuunaandoening die resulteert in overstimulatie van de schildklier. De daaruit voortvloeiende hyperthyreoïdie veroorzaakt slaapproblemen, zweten, beven, struma, prikkelbaarheid, vermoeidheid, hartkloppingen, gewichtsverlies, onvruchtbaarheid en frequentere stoelgang. De ogen kunnen ook ontstoken raken en er bol uitzien.
Mensen met de ziekte van Graves zijn vaker vrouwen, vaak in de 20 en 30 jaar, wanneer de ziekte zich voor het eerst openbaart. Er is een genetische component aan de ziekte van Graves, en mensen met de ziekte hebben meer kans op andere auto-immuunziekten zoals lupus, vitiligo, reumatoïde artritis, diabetes type 1, de ziekte van Addison, en pernicieuze anemie. Stress, infectie en zwangerschap zijn andere factoren die een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van de ziekte van Graves.
De diagnose van de ziekte van Graves wordt gesteld met behulp van laboratoriumtests, waaronder die voor de schildklierfunctie en antilichamen die met de aandoening in verband worden gebracht. Een radioactieve jodiumopname (RAIU) test kan worden uitgevoerd om te controleren op de ziekte van Graves. Een verhoogde opname suggereert de aanwezigheid van de aandoening.
De ziekte van Graves kan worden behandeld met medicijnen om de productie van schildklierhormoon te onderdrukken, door de schildklier te vernietigen met radioactief jodium (RAI), of door de schildklier chirurgisch te verwijderen. Volledige verwijdering van de schildklier wordt een totale thyroïdectomie genoemd. Behandeling met een bètablokker medicatie behandelt de ziekte van Graves niet, maar het kan helpen bij de behandeling van de symptomen zoals hartkloppingen en nervositeit.