Koloniale Whitewash Verf en 19e Eeuwse Whitewash
Whitewashing schijnt het meest voorgekomen te zijn in de Koloniale Periode. In de koloniale tijd, whitewash verf was een noodzaak voor schuren, huizen en kerken, interieur en exterieur. De belangrijkste reden voor de populariteit was dat het als schimmelwerend middel diende. De coating was niet alleen antibacterieel, maar ontmoedigde ook ongedierte om zich in de huizen en schuren te vestigen. De keuken werd dan ook vaak witgekalkt, niet alleen als maatregel tegen ongedierte, maar ook als ontsmettingsmiddel en als middel tegen stank. Bovendien was het maken van witkalk veel goedkoper dan het maken van gewone verf. Het was niet alleen goedkoop, maar men hoefde ook geen geschoolde arbeider te zijn om het aan te brengen. Er is een beroemde scène in Mark Twain’s De Avonturen van Tom Sawyer, waarin Tom zijn vrienden verleidt om een hek voor hem wit te maken. Er zit enige waarheid in de fictie, want in die tijd werd witkalk in handen van kinderen gelaten omdat het zo eenvoudig aan te brengen was.
Witkalk gaf ook een esthetische waarde aan de gebouwen van de mensen. Schuren en huizen konden een eenvoudige maar schone afwerking krijgen, waardoor ze veel aantrekkelijker werden om op iemands eigendom te hebben. Wanneer het werd toegepast op het interieur, maakte witkalkverf de kamer helderder, en deed het ruimtelijker lijken. De eerste was belangrijk om mensen te helpen zich in het donker in hun huis te verplaatsen vóór de komst van elektrische verlichting. Het bladderde ook niet af zoals gewone verf, en als het beschadigd was, kon het gemakkelijk en goedkoop worden bijgewerkt. Kortom, het was een kosteneffectieve manier om iemands huis er mooi uit te laten zien. In die tijd beschouwden de mensen het als een teken van netheid. Zelfs gebouwen van rijkere mensen begonnen witgekalkte muren te hebben. Toen het Witte Huis voor het eerst werd gebouwd, werd het bedekt met witkalk. Belangrijker nog, onder de barre weersomstandigheden in bepaalde regio’s, was het hebben van een soort van bescherming tegen de elementen van cruciaal belang, en witkalk bood precies dat.
20e Eeuw witkalk verf
Zelfs met de toename van de industrialisatie, witkalk was nog steeds een populaire praktijk. Het was nog steeds noodzakelijk om dezelfde redenen als vroeger, maar voor melkveehouders in het midden van de 20e eeuw werd witkalken de standaardpraktijk. De antibacteriële eigenschappen waren van vitaal belang bij de verwerking van zuivelproducten, dus vaak werd de witkalk jaarlijks bijgewerkt. Wanneer de witkalk opnieuw werd aangebracht, bliezen de melkveehouders de losse schilfers weg met perslucht, omdat op die manier ook al het vuil werd verwijderd dat zich op de bakstenen oppervlakken eronder had verzameld. Het was nu zelfs gemakkelijker om het opnieuw aan te brengen, omdat het nu op oppervlakken kon worden gespoten in plaats van met de hand te worden aangebracht.
Whitewashing Today
Heden ten dage wordt whitewashing nog steeds gebruikt voor enkele praktische toepassingen (zoals in kippenhokken), maar het is nog steeds geliefd om zijn rustieke esthetische aantrekkingskracht. Steen en bakstenen, bijvoorbeeld, kunnen worden gewit om ze er mooier uit te laten zien. Met name Joanna Gaines heeft geholpen deze trend voort te zetten. Voor zowel praktische doeleinden als puur visuele aantrekkingskracht is whitewash een eenvoudige, beproefde methode. Ondanks het feit dat het duizenden jaren oud is, blijft het vandaag de dag een manier om een ouderwetse charme aan iemands eigendom te geven.