Classificatie van AML en CML

De Frans-Amerikaanse-Britse (FAB) classificatie voor AML was gebaseerd op cytomorfologische kenmerken en is vervangen door de WHO 2001/2008 en 2016 classificaties.

Het European LeukemiaNet (ELN) definieert 3 risicogroepen op basis van genetische afwijkingen (Döhner et al. 2017).

Zekere AML-subgroepen zoals acute promyelocytaire leukemie (APL) (PML-RARA, t) hebben baat bij gerichte behandeling en hebben een uitstekende prognose.

Courtesy of MLL - Munich Leukemia Laboratory

Een nieuw classificatieschema werd voorgesteld, inclusief karyotype en somatische mutaties, en definieert 13 AML-subgroepen (Papaemmanuil et al. 2016).

Specifieke chromosoomafwijkingen zoals t(8;21), inv(16), t(15;17) zijn ziektedeterminerend, ongeacht het gekwantificeerde blastgetal.

In de toekomst zou de diagnose van AML uitsluitend op genetische bevindingen kunnen berusten.

Courtesy of MLL - Munich Leukemia Laboratory

CML wordt gekenmerkt door leukocytose met myeloïde progenitorcellen in het perifere bloed, de zogeheten “linkverschuiving”. De ziekte wordt aangestuurd door het Philadelphia-chromosoom t(9;22), dat het constitutief actieve fusie-eiwit BCR-ABL1 produceert.

CML wordt ingedeeld in chronische fase, versnelde fase en blast-fase, afhankelijk van het aantal blastcellen.

Therapiebewaking wordt uitgevoerd met zeer gevoelige real-time PCR om BCR-ABL1 op te sporen.

Revisievragen

  1. Wat is de basis voor de WHO 2016 AML-classificatie?
  2. Welke afwijkingen en mutaties zijn diagnostisch voor AML zonder dat ≥20% blasten nodig zijn?
  3. Wat is de genetische basis van CML?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.