WAT TE ZOEKEN
Deze haai heeft een acuut toegespitste kop en zeven paar kieuwspleten. Hij heeft een smalle bek en grote ogen.
KLEUR
De jonge haai heeft een zwarte vlek op het uiteinde van de rugvin en de bovenste staartkwab, maar deze vlekken vervagen of zijn afwezig bij volwassen dieren.
SNUITE
Bij de geboorte zijn de jongen 10,23 tot 10,62 centimeter lang. De mannetjes worden ongeveer 2,6 voet lang, terwijl de vrouwtjes ongeveer 3,3 voet lang worden. Hun maximale lengte is 4,6 voet.
TEETH
Vijf rijen kamvormige tanden in hun onderkaak.
Habitat
Dit zijn hoofdzakelijk diepzeehaaien die voorkomen op diepten van 88,6 tot 2362,2 voet, maar niet dieper dan 3280,8 voet. De haaien geven de voorkeur aan continentale en eilandplateaus en bovenste hellingen, maar wagen zich af en toe ook in ondieper water dicht onder de kust. Ze zijn benthisch en epibenthisch, en kunnen ook ver van de oceaanbodem zwemmen.
DISTRIBUTION
Deze haaien zijn wijdverspreid maar fragmentarisch verspreid in tropische en gematigde zeeën, maar niet in het noordoostelijk deel van de Stille Oceaan.
BIOLOGIE
-
Prooi – Kleine tot middelmatig grote demersale en pelagische vissen, kleine haaien, schaaldieren, pijlinktvissen en inktvissen.
-
Productie – Levendbarend, met 6-20 jongen per worp. Ze planten zich blijkbaar het hele jaar door voort.
BEHAVIOR
Slecht bekend. Het zijn waarschijnlijk sterke, actieve zwemmers, die bijten als ze gevangen worden.
STATUS
Ze zijn bijna bedreigd en betrekkelijk zeldzaam. Ze worden als bijvangst gevangen door bodemtrawlers en beuglijnvissers, waardoor hun populaties mogelijk zijn gedaald. Ze worden af en toe in aquaria gehouden.