Inleiding | Synopsis | Analyse | Bronnen

Inleiding

Terug naar het begin van de pagina

“Hymne aan Aphrodite” (soms aangeduid als “Ode aan Aphrodite” of “Fragment 1”) is het enige gedicht van de oude Griekse lyrische dichteres Sappho dat in zijn geheel bewaard is gebleven. Hoewel er in de oudheid vele dichtbundels van haar zijn opgetekend, is er maar weinig van haar werk ongeschonden bewaard gebleven, en de enige reden dat we dit complete gedicht hebben is dat een Romeinse redenaar genaamd Dionysus (die rond 30 v. Chr. in Rome leefde) het in zijn geheel citeerde in een van zijn eigen werken.

Synopsis

Terug naar het begin van de pagina

homerische hymne op afrodite samenvatting, hymne op afrodite, Hymne aan Aphrodite“Hymne aan Aphrodite” begint met een oproep van de onbekende spreekster aan de onsterfelijke godin Aphrodite, dochter van de machtige Zeus, om haar unieke vaardigheden te gebruiken om een onwillige minnaar te strikken. Ze smeekt de godin haar smeekbeden niet te negeren en zo een hart te breken dat al door verdriet is getroffen.

De auteur herinnert Aphrodite aan haar toewijding in het verleden en aan de liederen die ter ere van haar zijn gezongen, en aan hoe de godin eerder de smeekbeden van de spreekster heeft gehoord en beantwoord en de reis heeft gemaakt van het gouden paleis van haar vader naar het meer nederige huis van deze sterveling.

Pas wanneer Aphrodite in de vijfde strofe antwoordt, wordt duidelijk dat het Sappho zelf is die om de tussenkomst van de godin vraagt. Hoewel niet duidelijk is of de onwillige minnaar een man of een vrouw is, verzekert Aphrodite Sappho in de zesde strofe dat hij/zij nu misschien aarzelt, maar dat hij/zij spoedig zal bijdraaien en Sappho’s liefde in gelijke mate zal beantwoorden.

In de laatste strofe herhaalt Sappho’s smeekbede aan Aphrodite om voor haar te vechten en haar ellende te verlichten.

Analyse

Terug naar begin

homerische hymne aan aphrodite analyse, hymne aan aphrodite gedicht, hymne aan aphrodite thema'sHoewel we geen specifieke datum hebben voor de samenstelling, zou het gedicht gecomponeerd zijn ergens in het begin van de 6de eeuw v.Chr. Sappho organiseerde een groep van haar jonge vrouwelijke studenten in een “thiasos”, een cultus die Aphrodite vereerde met liederen en poëzie, en “Hymne aan Aphrodite” werd waarschijnlijk gecomponeerd voor uitvoering binnen deze cultus.

Het gedicht bestaat uit een smeekbede, in zeven vierregelige strofen van haar eigen Sapphische metrum, van Sappho aan Aphrodite om te helpen de vurigheid van een onwillige minnaar veilig te stellen, en (uniek onder dergelijke werken) het antwoord van de godin op het smeekbede van de dichteres. Het wijst erop dat de godin de dichteres in het verleden vele malen heeft geholpen, en Aphrodite’s persoonlijke reactie, die bijna een intimiteit met haar toegewijde suggereert, is positief en hoopvol.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.