Lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s, CT-scans en MRI’s voor de diagnose van spinale stenose
De diagnose van spinale stenose kan een uitdaging zijn. De symptomen kunnen lijken op die van andere aandoeningen, plus de symptomen kunnen komen en gaan. Om de oorzaak van uw spinale stenose te achterhalen, zal uw arts verschillende onderzoeken en tests moeten uitvoeren. Deze onderzoeken en tests zullen de arts ook helpen een behandelplan voor u te ontwikkelen – een manier om uw pijn en andere symptomen te beheersen en u te helpen herstellen.
Tijdens uw bezoek zal uw arts vragen naar uw huidige symptomen en remedies die u al hebt geprobeerd. Dit maakt deel uit van uw lichamelijk onderzoek. Hij of zij zal een aantal typische vragen stellen, zoals:
- Wanneer is de pijn begonnen?
- Welke activiteiten heeft u onlangs ondernomen?
- Wat heeft u tegen de pijn gedaan?
- Straalt de pijn uit of verplaatst deze zich naar andere delen van uw lichaam (bv. langs uw arm of langs uw been)?
- Vermindert iets de pijn of maakt het hem erger? Bijvoorbeeld, wordt het erger of beter als u bergafwaarts loopt? Wat gebeurt er met uw pijn als u voorover leunt of gaat zitten?
Beeldvormende onderzoeken voor spinale stenose
Het kan ook zijn dat u beeldvormende onderzoeken moet laten doen om uw arts te helpen de oorzaak van uw spinale stenose vast te stellen. Deze diagnostische onderzoeken worden meestal uitgevoerd als de symptomen niet verdwijnen na een periode van 3 tot 6 maanden van therapie, zoals rust, ontstekingsremmende medicijnen en fysiotherapie.
Voorzichtigheidshalve worden beeldvormende onderzoeken besteld omdat veel mensen die geen symptomen van spinale stenose hebben, abnormale röntgenfoto’s, CT-scans en MRI’s hebben. Chirurgie mag alleen worden uitgevoerd bij patiënten bij wie de symptomen correleren met bevindingen op deze onderzoeken en een geschiedenis die deze bevindingen ondersteunt.
Typisch worden eerst gewone röntgenfoto’s gemaakt. Ze zijn nuttig bij het zoeken naar infectie, tumoren en het identificeren van problemen met de uitlijning van de wervelkolom. Ze kunnen een vernauwde discusruimte, fracturen, botsporen (osteofyten) of artrose (spondylose) aantonen.
Een gecomputeriseerde axiale tomografiescan (een CT- of CAT-scan) of een beeldvormend onderzoek met magnetische resonantie (een MRI) kan een uitpuilende discus of een hernia aantonen. Hieronder ziet u een MRI-afbeelding.
U kunt ook worden gevraagd om aanvullende onderzoeken te ondergaan, zoals:
- een botscan: Hiermee kan uw arts problemen met de wervelkolom opsporen, zoals artrose, breuken of infecties. Bij u wordt een zeer kleine hoeveelheid radioactief materiaal in een bloedvat geïnjecteerd. Dat zal door uw bloedbaan reizen en door uw botten worden geabsorbeerd. Meer radioactief materiaal zal worden geabsorbeerd door een gebied waar abnormale activiteit is, zoals een ontsteking. Een scanner kan de hoeveelheid straling in al uw botten detecteren en de “hot spots” (de gebieden met meer radioactief materiaal) laten zien om uw arts te helpen uitzoeken waar het probleem zit.
- CT myelogram: Bij dit onderzoek wordt een speciale kleurstof in het ruggenmergvocht rond uw ruggenmerg en zenuwen geïnjecteerd. (Voordat dit gebeurt, wordt het gebied verdoofd.) Daarna wordt er een CT-scan van u gemaakt. De scan geeft een gedetailleerd anatomisch beeld van uw wervelkolom, met name van de zenuwen en het omliggende bot. De arts kijkt of er gebieden zijn waar de zenuwen bekneld zitten of onder druk staan. CT-scans in combinatie met myelografie zijn bijzonder nuttig bij de diagnose van lumbale wervelkanaalstenose. Hieronder ziet u een CT-beeld van een myelogram.
Al deze informatie – lichamelijk onderzoek en beeldvormend onderzoek – helpt uw arts bij het plannen van de beste behandeling voor uw wervelkanaalstenose.
Doorgaan met lezen
Wervelkanaalstenose: Niet-operatieve behandeling