Veroudering is een belangrijke risicofactor voor een groot aantal aandoeningen en functionele stoornissen. Therapeutische gerichtheid op het verouderingsproces kan daarom een innovatieve strategie zijn in de zoektocht naar nieuwe en breed effectieve behandelingen tegen leeftijdsgebonden ziekten. Het recente verslag van de verlenging van de levensduur bij muizen die werden behandeld met de door de FDA goedgekeurde mTOR-remmer rapamycine was de eerste demonstratie van farmacologische verlenging van de maximale levensduur bij zoogdieren. De verlenging van de levensduur van rapamycine kan echter het gevolg zijn van de effecten van rapamycine op specifieke levensbedreigende pathologieën, zoals kanker, en het blijft onduidelijk of deze stof daadwerkelijk de snelheid van veroudering bij zoogdieren vertraagt. Hier presenteren we de resultaten van een uitgebreide, grootschalige beoordeling van een breed scala aan structurele en functionele verouderingsfenotypes, die we hebben uitgevoerd om te bepalen of rapamycine de snelheid van veroudering bij mannelijke C57BL/6J muizen vertraagt. Hoewel rapamycine de levensduur verlengde, verbeterde het weinig onderzochte verouderingsfenotypen. Een subgroep van verouderingskenmerken bleek door rapamycine te worden gered. Rapamycine had echter vergelijkbare effecten op veel van deze kenmerken bij jonge dieren, wat erop wijst dat deze effecten niet het gevolg waren van een modulatie van veroudering, maar eerder verband hielden met verouderingsonafhankelijke medicijneffecten. Daarom scheiden onze gegevens de langlevendheidseffecten van rapamycine grotendeels van effecten op de veroudering zelf.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.