Ignatius Aphrem II, hoofd van de Syrisch-orthodoxe kerk, heeft de Britse regering opgeroepen de economische sancties tegen Syrië op te heffen, omdat die volgens hem “het lijden van onschuldige burgers verlengen”.
Hij deed zijn uitspraken tijdens een online humanitaire conferentie met Britse parlementariërs, diplomaten en internationale religieuze leiders en zei: “Het staat nu buiten kijf dat het opleggen van deze verlammende economische sancties de humanitaire crisis in Syrië heeft verergerd. Ze beperken in ernstige mate de toegang tot voedsel, medische apparatuur en levensreddende medicijnen.”
Voormalig Brits ambassadeur in Syrië, Peter Ford, die de conferentie bijwoonde, sloot zich daarbij aan: “De Britse regering moet ophouden politiek te spelen met mensenlevens”, zei hij.
Ondertussen zei de apostolische nuntius in Syrië dat het Syrische volk de hoop aan het verliezen is dat vrede en normaliteit ooit zullen terugkeren. “Helaas sterft in de harten van veel mensen de hoop,” zei kardinaal Mario Zenari op 17 september. Hij meldde dat de “broze wapenstilstand” weliswaar heeft geleid tot een afname van het aantal bombardementen, maar dat er een “bom van armoede” is die honger, ondervoeding en de verspreiding van ziekten veroorzaakt.
De katholieke en orthodoxe kerken doen wat zij kunnen om “de hoop terug te geven”, zei hij.
Een andere prelaat in het Midden-Oosten heeft gewaarschuwd dat het christendom daar begint te lijken op een “zinkend schip”. Kardinaal Bechara Rai, patriarch van de Maronitische Katholieke Kerk, legde de verklaring af op een recente oecumenische bijeenkomst van christenen uit de hele regio.
“Het schip dat bedreigd wordt door sterke winden en golven” symboliseert “de getuigende Kerk in de zee van onze landen in het Midden-Oosten die geteisterd wordt door de winden van conflicten en oorlogen, politieke, economische, financiële en bestaanscrises, en de corona-epidemie”, aldus kardinaal Rai.
Rai benadrukte de moeilijke positie van veel christenen in Libanon in de nasleep van de explosie in het dok van Beiroet, die 300.000 mensen op de vlucht heeft gejaagd en verdere chaos heeft veroorzaakt in een toch al worstelende economie. Meer dan 50 procent van de Libanese bevolking leeft onder de armoedegrens en zelfs vóór de pandemie van het coronavirus bedroeg het werkloosheidscijfer 25 procent. Libanon staat op de 137e plaats van 180 landen (180 is het slechtst) op de Corruption Perceptions Index 2019 van Transparency International.