Klinkt makkelijk, nietwaar?

Het blijkt dat hoe ouder ik word, het steeds moeilijker wordt om deze beide activiteiten in mijn dagelijks leven op te nemen.

Ik doe nog steeds een oprechte poging om het volgende te doen, zeven dagen per week: een paar uur schrijven, of het nu gaat om het schrijven van artikelen hier op Medium, of het schrijven van nieuw proza voor een kort verhaal, of het reviseren van een van mijn recente romans. Minimaal drie uur. Het liefst meer.

Op sommige dagen dat ik weinig te doen heb, werk ik vijf of zes uur aan mijn schrijven, en die dagen zijn zowel zeldzaam als geweldig.

Als het op lezen aankomt, probeer ik, probeer ik echt, om elke dag minstens dertig minuten te lezen. Lezen kost me dagelijks meer moeite dan schrijven.

Wanneer het op schrijven aankomt, weet ik dat ik iets produceer, wat dan ook, zelfs al zijn het maar een paar herziene pagina’s, zelfs al zijn het maar een paar honderd woorden voor een artikel. Ik heb woorden op de pagina gezet. Ik heb iets gedaan.

Er is niet echt een verantwoording voor het lezen, dat wel. Niemand kijkt. Niemand zit te wachten om te horen wat ik vanmorgen dertig minuten heb gelezen, of vanavond twintig minuten.

Het is iets waartoe ik mezelf in wezen moet dwingen.

Maar dat is het nu juist met lezen, nietwaar? Gedwongen worden om iets te lezen in het leven is verschrikkelijk.

Wanneer je je gedwongen voelt om het te doen, wanneer je een willekeurig oud boek oppakt en zegt, oké, ik ga dit dertig minuten lezen, maakt niet uit wat, dat is nooit een positief gevoel.

Maar er is mij verteld dat ik veel moet lezen! Mijn held Stephen King heeft het gezegd! Dus lees, Brian! Lees, lees, lees!

En dan ben je natuurlijk bij pagina twee en val je in slaap. Of je slaat zoveel alinea’s over dat je opeens op pagina vijftig bent en geen idee meer hebt wie de personages zijn of wat er in godsnaam aan de hand is. Wanneer het is alsof je terug op school zit en je dingen moet lezen.

Ik ben vorig jaar afgestudeerd aan mijn tweede masteropleiding. Tussen mijn bachelor- en masteropleiding heb ik negen jaar gestudeerd.

Ik heb veel Engelse lessen gevolgd, literatuurlessen, creatief schrijven, en ik heb ontzettend veel gelezen.

Sommige geweldige romans. Sommige echt verschrikkelijke romans. Sommige boeken kon ik nauwelijks doorkomen. Sommige boeken verrasten me.

Maar één ding dat me rond juni vorig jaar echt opwond, was dat ik eindelijk kon lezen wat ik wilde, wanneer ik wilde. Ik kon weer van alles en nog wat oppakken en weer van lezen genieten.

En zo heb ik de afgelopen anderhalf jaar veel meer romans gelezen dan toen ik nog studeerde. Ik probeer elke twee weken een roman te lezen.

Alhoewel ik moet toegeven dat ik niet elk boek dat ik oppak ook echt uitlees. Ik geef elk boek ongeveer twintig pagina’s, misschien dertig als ik genereus ben, en als ik niet verslaafd ben, ga ik door naar het volgende.

Ik heb geen tijd voor een boek dat me niet interesseert, of zelfs maar een beetje interesseert. En dat zou jij ook niet moeten doen.

Er zijn in de afgelopen zes maanden tijden geweest waarin ik de openingen van negen boeken las totdat ik verslaafd raakte aan het tiende. Ik hou ervan om alles te lezen – literaire fictie, fictie voor jongeren en middelbare scholieren, non-fictie. Ik vind het leuk om elke keer wat anders te lezen, niet steeds maar weer hetzelfde.

En zo heb ik de afgelopen zes maanden genoten van titels als The Devil in the White City, van Erik Larson; The Party, van Robyn Harding, The Men Who Would Be King, van Nicole Laforte; Bettyville, van George Hodgman; en Less, van Andrew Sean Greer.

Ik pakte deze boeken op en viel in de verhalen, zoals je verbeelding als kind wordt gegrepen. Niets is opwindender dan in de ban te raken van een goed boek en te weten dat er nog honderden pagina’s te gaan zijn. Het is troostend. Het is opwindend.

En het beste van alles? Het lezen van deze boeken heeft me echt geholpen als schrijver. Aandacht besteden aan dingen als POV, karakterontwikkeling, tempo, zinsbouw, hoofdstuklengte, stem, dialoog, enzovoort, helpt me altijd groeien in mijn eigen fictie schrijven.

Het is lastig, toch? Je wilt niet alleen fixeren op de ambacht van het boek dat je leest. Je wilt het ook gewoon lezen als een verhaal.

Maar als het je lukt om die twee op de een of andere manier te mengen, en elke dag te blijven schrijven en misschien een paar trucjes in praktijk te brengen die je hebt opgepikt uit welke roman je op dat moment ook leest, zul je groeien als schrijver, al is het maar een beetje, dat beloof ik.

Dus blijf schrijven. Blijf lezen. Geniet van het proces. Geniet van de verhalen.

Doen zal je ver brengen in je lange, creatieve leven!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.