De belangrijkste pionier bij het ontstaan van de televisie, John Logie Baird, was een Schot, geboren in 1888 als zoon van een Presbyteriaanse dominee en opgeleid in Glasgow. Hij was elektrotechnisch ingenieur en een excentriek genie, maar geen zakenman. Zijn gezondheid was precair en na een tijd sokken, jam en zeep op de markt te hebben gebracht, kreeg hij een zenuwinzinking.
In 1923 trok hij zich terug in Hastings in Sussex, waar hij werd beschreven als zo dun ‘dat hij bijna doorzichtig was’. Daar vond hij een glazen veiligheidsscheermes uit, waarmee hij zichzelf ernstig sneed, en pneumatische schoenzolen, die na honderd meter barstten. Uiteindelijk produceerde hij iets dat werkte, het embryo van de huidige televisietoestellen, een primitief apparaat dat op een wastafel op zijn zolder stond en bestond uit fietslampen, uit karton geknipte aftastschijven, een koekblik, stopnaalden en touw. Het zond een wankel, flikkerend beeld van een Maltezer kruis over een afstand van een paar meter.
Baird verhuisde naar Londen, waar hij er in 1925 in slaagde het beeld van een menselijk gezicht uit te zenden en in 1926 een demonstratie gaf voor een gefascineerd publiek van wetenschappers. Televisie was nog ruw, maar het werkte. Hij ging door in zijn Long Acre laboratorium in de wijk Covent Garden en verbeterde gestaag zijn apparatuur en resultaten.
Baird maakte vervolgens de eerste televisie in natuurlijke kleuren. Ronald F. Tiltman, die later een boek over Baird schreef, was in 1928 getuige van de eerste demonstratie in het Long Acre laboratorium. Hij zei dat “de levendige realiteit van de kleuren die op het ontvangstscherm te zien waren, zeer opmerkelijk was. Wanneer het menselijk gelaat werd uitgezonden toonde het een delicaat roze, terwijl een uitgestoken tong een dieper roze toonde; de proefpersoon bond ook sjaals van verschillende kleuren rond het hoofd en zette vervolgens een blauwe politiehelm op, en elke kleur kwam duidelijk door. Een bos blauwe bloemen en een andere bos rode rozen verschenen op verbazingwekkend levendige wijze en zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tinten als kon worden vastgesteld.’
In augustus vochten honderden mensen bijna met elkaar om Bairds televisiedemonstraties in Olympia te kunnen zien, met onder meer een half uur liedjes en koddige Ierse verhalen van een ster uit die tijd, Peggy O’Neil, en ’s werelds eerste televisiereclame, voor de Daily Mail. In 1929 verzorgde Baird het allereerste BBC televisieprogramma, in zwart-wit, wat leidde tot programma’s van een half uur vijf ochtenden per week, en in 1931 vertoonde hij de Derby, met veel gunstige publiciteit.
Het verhaal eindigde echter droevig, omdat Baird in concurrentie kwam met de machtige Marconi-EMI organisatie, aan wier systeem de BBC uiteindelijk de voorkeur gaf. Beroofd van het succes waarop hij had gehoopt, leefde de teleurgestelde Baird tot 1946, toen hij op zevenenvijftigjarige leeftijd overleed.