Organische koolstof in de bodem, het belangrijkste bestanddeel van de organische stof in de bodem, is uiterst belangrijk voor alle bodemprocessen. Organisch materiaal in de bodem is hoofdzakelijk afkomstig van plantaardig en dierlijk materiaal, wordt gesynthetiseerd door microben en afgebroken onder invloed van temperatuur, vochtigheid en omgevingsfactoren in de bodem. Het jaarlijkse verlies aan organische stof kan sterk variëren, afhankelijk van de teeltpraktijken, de aard van de plant/gewasbedekking, de drainagestatus van de bodem en de weersomstandigheden. Er zijn twee groepen factoren die het inherente organische-stofgehalte beïnvloeden: natuurlijke factoren (klimaat, bodemmateriaal, bodembedekking en/of vegetatie en topografie), en door de mens veroorzaakte factoren (landgebruik, beheer en degradatie).
Organische koolstof in de bodem (SOC) is de grootste koolstofvoorraad (C) in de meeste terrestrische ecosystemen (Lal, 2008a) en bevat wereldwijd ongeveer 2344 Gt aan organische C (Stockmann et al., 2013). Bovendien wordt de bodem erkend als de op één na grootste C-pool na de oceanen en als een van de belangrijkste componenten van de biosfeer, die belangrijke ecosysteemdiensten en -functies levert (Ogle & Paustian, 2005). Beleidskaders die landgebruik en veranderingen in landgebruik beïnvloeden, kunnen dramatische veranderingen in SOC-niveaus teweegbrengen. Op wereldschaal zijn er richtsnoeren vastgesteld voor het kwantificeren van veranderingen in de uitstoot van broeikasgassen door landbouwgronden, veranderingen in landgebruik en bosbouwcategorieën in de activiteiten voor “landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw” (LULUCF), die worden genoemd in de artikelen 3.3 en 3.4 van het Protocol van Kyoto (VN, 1997). Ingevolge LULUCF-besluit 529/2013 is boekhouding voor het beheer van akkerland en grasland verplicht geworden voor de EU-lidstaten.
European Soil Data Centre stelt de gegevens en informatie over organische koolstof in de bodem beschikbaar, zowel op Europese schaal als op wereldschaal.