In 2012 bleek uit een onderzoek dat het verlangen naar roem, enkel en alleen om beroemd te zijn, het populairste toekomstdoel was van een groep 10- tot 12-jarigen, waarbij de hoop op financieel succes, prestaties en gemeenschapszin werd overschaduwd. Wat de vraag doet rijzen: Waarom willen mensen beroemd zijn?
John Maltby vond zes belangrijke redenen waarom mensen beroemd willen worden:
- Intensiteit (bijv. “Heel weinig doet er voor mij toe behalve beroemd zijn”)
- kwetsbaarheid (bijv. “Ik wil beroemd zijn omdat het me zou helpen problemen die ik over mezelf heb te overwinnen”)
- Het levenstype van een beroemdheid (bijv, “Ik wil rijk worden”)
- Drive (bijv. “Ik werk elke dag hard om beroemd te worden”)
- Geschatte geschiktheid (bijv. “Ik heb wat nodig is om beroemd te worden”)
- Altruïstisch (bijv, “Ik wil beroemd zijn zodat ik een bijdrage kan leveren aan de samenleving”)
De belangrijkste motivaties voor roem hadden te maken met de waargenomen geschiktheid en intensiteit van een celebrity-stijl. Het is geen verrassing dat deze motivaties het sterkst verband hielden met narcisme. Mensen die meer aangenaam en veilig gehecht waren, werden daarentegen meer gemotiveerd door altruïstische belangen, en gewetensvolle mensen werden meer gemotiveerd door gedrevenheid.
Een nieuwe studie van Dara Greenwood en collega’s breidde deze bevindingen uit door een nieuwe maatstaf voor roem te construeren die minder, meer gerichte items omvatte. De onderzoekers vonden drie hoofdredenen waarom mensen roem zoeken:
- Het verlangen om gezien/gewaardeerd te worden (bijv. “Op de cover van een tijdschrift staan”, “Herkend worden in het openbaar”)
- Het verlangen naar een elite, hoge status levensstijl (bijv, “De mogelijkheid hebben om eerste klas te reizen en in exclusieve resorts te verblijven”, “Wonen in een herenhuis of penthouse appartement”)
- De wens om roem te gebruiken om anderen te helpen of trots te maken (bijv. “In staat zijn om familie en vrienden financieel te ondersteunen”, “Een rolmodel zijn voor anderen”)
De wens om gezien/gewaardeerd te worden was de grootste waargenomen aantrekkingskracht van roem, gevolgd door het verlangen naar status, gevolgd door een prosociale motivatie. Interessant is dat de motivaties werden geassocieerd met verschillende fundamentele menselijke behoeften. Terwijl narcisme en de behoefte om erbij te horen werden geassocieerd met meerdere motivaties, werd de behoefte om met anderen om te gaan alleen geassocieerd met de prosociale motivatie.
Om dieper op deze motivaties in te gaan, maten de onderzoekers ook de frequentie van fantaseren over roem, en het waargenomen realisme van beroemd worden. Ze ontdekten dat narcistische mensen zich concentreerden op de erkenning en elitestatus die roem biedt, en toekomstige roem realistischer achtten. Mensen met een verhoogde behoefte om erbij te horen voelden zich daarentegen aangetrokken tot alle aspecten van roem, behalve tot het waargenomen geloof in het realisme van roem. Voor deze mensen was het centrale aspect van roem het fantaseren over roem en de ingebeelde sociale waarde die roem zou opleveren, wat voor hen misschien een rustgevende ontsnapping is aan persoonlijke angsten over sociale uitsluiting. Niettemin lijkt het erop dat zowel degenen die hoog scoren in narcisme als in een hoge behoefte om erbij te horen een gemeenschappelijke behoefte delen om op grote schaal te worden gezien en gewaardeerd.
Diegenen die hoog scoren in verwantschap, hadden de neiging om lager te scoren in narcisme en toonden alleen interesse in prosociale roem. Daarom lijkt het belangrijk om onderscheid te maken tussen de behoefte om ergens bij te horen – om zich positief en consistent verbonden te voelen met anderen – en de behoefte om te relateren. Onderzoek toont aan dat mensen met een hoge behoefte aan verwantschap niet bang zijn voor sociale uitsluiting, een groter gevoel van veiligheid hebben met hun directe sociale netwerk, en er meer vertrouwen in hebben dat ze door anderen gewaardeerd worden. Op hun beurt hebben ze de neiging om een positieve stemming, vitaliteit en welzijn te rapporteren.
Wetenschappelijk onderzoek naar de aantrekkingskracht van roem, en de onderliggende motieven, kan vruchtbaar zijn. Neem bijvoorbeeld de studie die ik eerder noemde, waaruit bleek dat roem omwille van de roem het grootste verlangen was bij een groep preadolescenten. De onderzoekers merkten op dat de preoccupatie met de aanvaarding door leeftijdgenoten, die een natuurlijke preoccupatie is bij die leeftijdsgroep, de sociale erkenning die met roem gepaard gaat des te aantrekkelijker maakt. Het intense verlangen naar roem bij preadolescenten en tieners kan dus in een bredere context worden geplaatst, waarbij aan een fundamentele menselijke behoefte wordt voldaan.
Er zijn ook verbanden met creativiteit. Marie Forgeard en Anne Mecklenburg hebben een groot onderzoek verricht naar de rol van motivatie bij creativiteit. Zij vonden het belang van intrinsieke (d.w.z. procesgerichte) en extrinsieke (d.w.z. resultaatgerichte) motivatie, maar zij pleiten ook voor een over het hoofd geziene motivator van creativiteit: prosociale motivatie. Misschien kunnen creativiteitsonderzoekers hun krachten bundelen met onderzoekers die de aantrekkingskracht van roem onderzoeken om te zien of er gemeenschappelijke motivaties zijn die ten grondslag liggen aan zowel het verlangen om te creëren als het verlangen naar roem. Misschien produceren beroemde mensen met een prosociale motivatie bijvoorbeeld creatief werk dat een duidelijk prosociaal tintje heeft.
Hoe dan ook, het huidige onderzoek is zeker fascinerend, en suggereert dat de aantrekkingskracht van roem geworteld is in menselijke basisbehoeften, en dat verschillen in het verlangen naar roem samenhangen met de mate waarin aan dergelijke behoeften wordt voldaan.